“Infectiepreventie is een groot én belangrijk onderdeel van je werk als assistent”

Interview met Alexa Laheij, Hans de Soet en Catherine Volgenant

Veertig jaar geleden droeg de tandarts nog geen handschoenen, mond-neusmasker en beschermbril. De autoclaaf stond in de ruimte waar hij tussen de middag zijn broodje kaas at en de hoekstukken werden na iedere patiënt even snel met een doekje afgenomen. En werkkleding die elke dag gewassen wordt? Daar had hij nog nooit van gehoord. De tijden zijn veranderd. Inmiddels zijn er strenge hygiëne-eisen en is infectiepreventie een belangrijk onderwerp in mondzorgpraktijken. Wetenschappers Alexa Laheij, Hans de Soet en Catherine Volgenant, alle drie verbonden aan ACTA, hebben van infectiepreventie (deels) hun werk gemaakt. Samen ontwikkelden zij het AccreDidact-nascholingsprogramma over infectiepreventie, speciaal voor assistenten.

Door: Annemiek During

Met infectiepreventie voorkom je dat patiënten én medewerkers van een mondzorgpraktijk infecties oplopen. Het kan altijd gebeuren dat een patiënt (onbewust) een ziekteverwekker bij zich draagt. Aan de hand van richtlijnen en protocollen doe je er alles aan om te voorkomen dat deze ziekteverwekker bij een andere patiënt of medewerker terechtkomt.

Sinds het coronavirus over de wereld raast, is infectiepreventie actueler dan ooit. “Ineens is iedereen zich ervan bewust dat er van alles onzichtbaar in de lucht zweeft of op oppervlakten zit. Mensen letten veel nu veel meer op hygiëne. Maar binnen ons vakgebied is dat niets nieuws,” vertelt Alexa Laheij. “Voor ons, als mondzorgmedewerkers, is het heel normaal om hygiënisch te werken. Ook voor corona deden wij al bij iedere patiënt een nieuw mondkapje op en schone handschoenen aan. En ook het idee dat je er altijd van uit moet gaan dat iemand besmettelijk is, ook al zie of je merk je daar niets van, is voor ons heel gewoon. Wij zijn ons ervan bewust dat er kwetsbare mensen in de praktijk komen die vatbaar zijn voor infecties. Hen moeten we beschermen. Wat er nu in het heel groot in de wereld speelt, was er in de mondzorgpraktijk eigenlijk altijd al in het klein.”

Een onzichtbare wereld

Alexa Laheij, Hans de Soet en Catherine Volgenant zijn alle drie gefascineerd door microbiologie. “Er is een hele wereld die wij niet zien, maar die wel een enorme invloed op ons heeft,” legt Volgenant uit. “Overal in de natuur zijn er micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, algen en schimmels. Ze zitten op en in de aardbodem, in het water en in de lucht, maar ook op en in de mens, dieren en planten. De meeste micro-organismen zijn nuttig of zelfs noodzakelijk, maar sommige soorten zijn wel schadelijk. Dat zijn ziekteverwekkers.”

De drie wetenschappers vinden het fantastisch om in deze wereld te duiken. Maar de echte uitdaging is om de kennis die ze hebben over micro-organismen te vertalen naar de praktijk. “Binnen de infectiepreventie stellen wij onszelf de vraag hoe we in de praktijk veilig kunnen werken op een manier die goed te doen is. Natuurlijk ben je supergoed beschermd als je een maanpak draagt, maar dat is niet echt prettig werken. En daarbij: voor ons als mondzorgwerkers is dat ook niet nodig. Wij houden ons bezig met hoe je goede zorg kunt bieden die veilig is, maar ook beheersbaar en betaalbaar,” aldus Alexa Laheij.

Heet wassen

De tandarts is eindverantwoordelijk voor de infectiepreventie, maar de assistenten doen bijna al het werk op het gebied van reiniging, sterilisatie en desinfectie. “Het is een heel groot én heel belangrijk onderdeel van je werk als assistent. Maar omdat de wereld van micro-organismen onzichtbaar is, kan infectiepreventie best ingewikkeld zijn,” vindt Volgenant. “Er zijn zo veel regels, het kost tijd en moeite, en je kunt het niet een keertje overslaan. En dat alles voor iets wat je niet kunt zien!”

Ook zijn besmettingen die onverhoopt toch plaatsvinden, vaak niet terug te leiden naar de tandartspraktijk. “Stel dat een patiënt met een verminderde weerstand besmet raakt met legionella. Tegen de tijd dat hij ziek wordt, is het tien dagen later. Dan wordt de link met de mondzorgpraktijk vaak niet meer gelegd en weet jij dus niet dat het misgegaan is,” verduidelijkt Hans de Soet. “Met infectiepreventie doe je dus ontzettend belangrijk werk, maar kun je weleens vergeten waarvoor je het ook alweer doet.”

Het nascholingsprogramma van AccreDidact Preventieassistent is dan ook veel meer dan een opfriscursus van alles wat er tijdens de opleiding tot (preventie)assistent voorbijkomt. De Soet: “Het is niet een saaie herhaling van de regels en protocollen. Je krijgt achtergrondinformatie en theorie, zodat je begrijpt waarom de regels zijn zoals ze zijn. Je weet waarschijnlijk best dat je je handen moeten wassen en desinfecteren. Wij willen dat je ook weet hoe je dat moet doen. En vooral: dat je begrijpt waarom je het zo moet doen. Wist je bijvoorbeeld dat je geen desinfectiemiddel moet gebruiken als je handen zichtbaar vies zijn? Desinfectiemiddelen lijken misschien wel schoon te maken, maar het vuil beschermt de micro-organismen waardoor deze middelen niet meer goed desinfecteren. Je handen zijn dus niet afdoende gedesinfecteerd en daarmee een bron voor overdracht van micro-organismen.”

Laheij, naast haar werk op ACTA ook tandarts-praktijkhouder, maakte zelf mee dat gebrek aan kennis kan leiden tot fouten. “Wij hebben een wasmachine voor praktijkkleding, die elke dag draait. De kleren moeten op zestig graden gewassen worden. Dat is een lang programma. De assistenten vonden dat zonde voor het milieu en kozen daarom voor een kort programma, dat alleen op veertig graden kon. De intentie was dus hartstikke goed, maar het is wel fout. De kleren worden namelijk wel schoon op veertig graden, maar het is niet heet genoeg om bacteriën te doden. Als je dat weet, maak je zo’n fout nooit meer.”

Veel afval

Het voorbeeld van het wasprogramma laat zien dat veilige zorg en duurzaamheid niet altijd verenigbaar zijn. “Eerlijk is eerlijk: in de mondzorg produceren we veel afval,” zegt Volgenant. “Zeker als je de voorraad van alle materialen bijhoudt en nieuwe materialen bestelt, zie je hoeveel mondkapjes, handschoenen, tissues en andere artikelen voor eenmalig gebruik erdoorheen gaan. Dat zouden wij graag anders willen zien, maar dat is heel ingewikkeld. Er is nog niet veel onderzoek gedaan naar hoe we verspilling in de mondzorg tegen kunnen gaan. Er is wel steeds meer aandacht voor, dus ik hoop dat het in de toekomst verandert. Maar voor nu geldt toch dat veilige zorg voorop staat.”

“Want dat is uiteindelijk waar we infectiepreventie voor doen”, voegt Laheij toe. “Je wilt de beste zorg voor je patiënten. Dat betekent gezond in de stoel en gezond weer uit de stoel. Infectiepreventie is daar een heel belangrijk onderdeel van.” Volgens Laheij gaat het over het algemeen goed met de infectiepreventie. “Toch zijn er wel wat dingen die soms niet helemaal goed gaan. Zo veeg je bijvoorbeeld even snel een plukje haar uit je gezicht of vergeet je een keer je handen te wassen. Dat betekent niet het einde van de wereld, het is heus niet zo dat de hele praktijk dan meteen besmet is met een vervelend virus. Maar het kán wel misgaan. En het is belangrijk dat je je dat realiseert.”

Duidelijke looproutes

In de ene praktijk is het gemakkelijker om aan de richtlijnen voor infectiepreventie te voldoen dan in de andere praktijk. “De tandarts moet er aandacht voor hebben en je voldoende tijd en ruimte geven,” zegt Volgenant. “Uiteraard moet de praktijk zelf ook goed in elkaar zitten: je hebt bijvoorbeeld een aparte ruimte nodig om de instrumenten schoon te maken en te desinfecteren. Je wil natuurlijk niet dat patiënten in aanraking komen met vies instrumentarium, dus er zijn ook duidelijke looproutes nodig. Vaak is het voor (grotere) groepspraktijken net iets gemakkelijker. Daar is er iemand die de protocollen en de procedures als aandachtsgebied heeft, en is het niet iets wat erbij gedaan moet worden.”

Naast tijd, ruimte, een goede opzet van de praktijk en protocollen heb je bovenal je collega’s nodig. “Infectiepreventie kun je niet alleen,” licht Laheij toe. “Jij kunt nog zo je best doen, als je collega’s dat niet doen, is al je moeite verloren. Maak er samen afspraken over en blijf er met elkaar over praten. Snap je iets niet? Vraag het dan. Daar hoef je je echt niet voor te schamen. En zie je bij collega’s dat de aandacht voor infectiepreventie wat verslapt? Dan hoop ik dat je dat aan durft te geven. Door er écht samen met het hele team voor te gaan, versterk je elkaar. En dan wordt het zelfs leuk!”

Ben je benieuwd naar het AccreDidact-nascholingsprogramma? Kijk dan op www.accredidact.nl.

Start het gesprek

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats uw opmerking!
Vul hier uw naam in

Advertentie
Advertentie

Ontvang onze nieuwsbrief!

Schrijf je in en ontvang als eerste het laatste nieuws in je mailbox

Het laatste nieuws