Het CDA pleit in een nieuw gepubliceerde nota voor een ‘gaatjesvrije generatie’. Dit omdat uit onderzoek is gebleken dat veel ouders te weinig gebruik maken van de gratis tandartszorg voor hun kinderen, voornamelijk in achterstandswijken. Landelijk gaan ongeveer 250 duizend van de 3,4 miljoen jongeren onder de 18 jaar niet naar de tandarts. In delen van Zeeuws-Vlaanderen gaat bijna de helft van de kinderen niet naar de tandarts, in de regio Den Haag en de regio Amsterdam een derde niet.
Volgens CDA-Kamerlid Joba van de Berg weten veel ouders niet dat de tandartszorg van hun kinderen wordt vergoed door de basisverzekering tot hun achttiende jaar. Hiertoe moeten ouders hun kind binnen vier maanden na de geboorte inschrijven bij hun eigen zorgverzekeraar. Orthodontie wordt niet vergoed door de basisverzekering, maar vaak wel door een aanvullende verzekering. Als de ouders zo’n aanvullende zorgverzekering hebben, is het kind meestal gratis meeverzekerd.
Meer urgentie
Goed onderhoud van het kindergebit is van groot belang voor de gezondheid. Zo schrijft Van den Berg in de nota: “Gaatjes in het melkgebit bij kinderen kunnen leiden tot een vroegtijdig verlies van het blijvend gebit op volwassen leeftijd. Diabetes, hart- en vaatziekten en enkele zwangerschapcomplicaties worden gerelateerd aan gebits- of tandvleesproblemen.”
Het Kamerlid pleit dan ook voor meer urgentie om het achterblijvende tandartsbezoek aan te pakken. “Een tandarts zei me: een gaatje in een melkgebit betekent later drieduizend euro zorgkosten. De regering heeft als doel gesteld: een rookvrije generatie in 2040. Volgens het CDA moeten we net zo hard werken aan een gaatjesvrije generatie in 2040.”
Zorgverzekeraar én tandartsassistent aan zet
Ouders moeten zich ervan bewust worden dat kinderen recht hebben op gratis mondzorg en welke stappen ze hiervoor moeten ondernemen. Van den Berg pleit voor een activistische opstelling van zorgverzekeraars. Die mogen ouders op de tandartszorg wijzen als de verzekeraar voor de meeverzekerde kinderen geen declaraties van de tandarts krijgt. Maar ook de tandartsassistent kan hierin een rol spelen. Die kunnen ouders ervan proberen te overtuigen dat goede tandzorg van groot belang is en, net als zorgverzekeraars, hierover het gesprek aangaan.
(bron: de Volkskrant)
