Column Astrid Kuiper: Superkanjer!

Met een grote glimlach zit ik op de fiets. ‘k Ben op weg naar huis. Mijn werkdag zit erop. De lange bomenrij toont prachtig jong groen. Koolzaad en fluitenkruid flankeren beide zijden van de weg als een uitbundige, volle slinger. De namiddagzon schijnt, wat wil een mens nog meer. De reden dat ik me zo blij voel is Laura. Ze is zes jaar. En mijn superkanjer van de dag.

Als een klein, bang vogeltje kwam Laura een half jaar geleden bij ons binnen op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Ze was door haar huistandarts naar ons verwezen omdat conserverende behandeling in de reguliere praktijk niet lukte. Laura was angstig en haar mondverzorging was niet op orde, stond in de verwijzing. Er moest nogal wat gebeuren, zo had de tandarts geconstateerd.

Vandaag was ze er weer, samen met haar moeder. Het was haar vierde consult bij mij. Toen ik haar naam in de wachtruimte noemde, kwam ze me huppelend tegemoet. Grote glimlach op haar gezicht en een tekening in haar hand. Vlot ging ze op de behandelstoel zitten.

Dit ‘ik-heb-er-zin’-gedrag had Laura niet tijdens haar eerste consult laten zien. Daar moest eerst aan gewerkt worden. Hoe ging dat?

Alles begon met écht contact maken met Laura en haar moeder. Luisteren en empathie tonen. Vooral niet de opgeheven vinger van: ‘Jullie doen het fout’. Nee, aangeven dat ik het jammer voor ze vond dat Laura’s mondverzorging nog niet het gewenste resultaat had opgeleverd. Ze deden immers zo hun best, vertelde haar moeder.

Tijdens de eerste twee consulten kregen Laura én haar moeder, heel basaal, uitleg over het ontstaan van cariës. Daarnaast gaf ik voorlichting over het nuttigen van maximaal zeven eet- en drinkmomenten per dag. En een instructie mondverzorging. Tell-show-do. Laura mocht het geleerde laten zien en daarna was haar moeder aan de beurt. Waar nodig werd er bijgestuurd. Alles onder het motto ‘jullie zijn hier om te leren’. Daarbij kregen ze mondverzorgingsmiddelen en een voedingsdagboekje mee om thuis in te vullen.

Tijdens het vervolgconsult bespraken we het voedingsdagboek. “Waarom weet ik dit niet? Waarom is me dit nooit eerder verteld?,” vroeg Laura’s moeder me.

Realiseer je dat wanneer je een dagboekje tegenkomt met allemaal ‘foute’ voedingsmiddelen dit bijna nooit een kwestie is van onwil van de patiënt. Eerder onwetendheid. Daarbij is er een grote groep mensen die weinig te besteden heeft. Die leeft in armoede. Bedenk dat geldzorgen veel mentale capaciteit in beslag nemen. Wanneer het iedere dag steeds een kunst is om de eindjes aan elkaar te knopen, dan blijft er vaak weinig ruimte over om onder andere creatief te zijn met voeding. En dan is die bak nasi of zak friet snel uit het schap gegrist. Met de aanschaf van mondverzorgingsproducten is dat precies hetzelfde. Toon ook hier begrip en zoek samen naar een oplossing of alternatief. Wijs eventueel op de tandenpoetspakketten van de Voedselbank van het project Adopteer een glimlach – een prachtig initiatief van mondhygiënisten Saskia den Hartog en Lisette van der Harst.

Terug naar Laura in de behandelstoel. Haar gebit en gingiva zagen er prima uit! Ik zei: “Wow Laura, je bent de superkanjer van de dag!” Er werd elke ochtend en ook altijd voor de nacht gepoetst. Eerst door Laura en daarna door een van haar ouders. Moeder was trots dat ze weet hoe ze haar steentje kan bijdragen. Ze gunt Laura een gezonde mond.

Er lopen legio mensen rond zoals Laura en haar moeder. Aan ons de taak om ze op de juiste manier tegemoet te treden.

Start het gesprek

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats uw opmerking!
Vul hier uw naam in

Advertentie
Advertentie

Ontvang onze nieuwsbrief!

Schrijf je in en ontvang als eerste het laatste nieuws in je mailbox

Het laatste nieuws